Wat is de betekenis van Groenheid?

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Groenheid

s., grienens.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Groenheid

v., 1. het groen-zijn, groene kleur; 2.frisheid; 3. onervarenheid, linksheid; 4. wrangheid (van onrijp ooft).

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Groenheid

GROENHEID, v. het groen zijn, groene kleur, frischheid; — onervarenheid, linkschheid; — wrangheid (van onrijp ooft).

Gerelateerde zoekopdrachten