Wat is de betekenis van groeikracht?

2024-04-30
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Groeikracht

s., groei(krêft), groed(e), helm, skoat.

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Groeikracht

v., kracht van een levend organisme om te groeien ; het vermogen der natuur om te doen groeien.

2024-04-30
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

groeikracht

v. (ingeschapen kracht om tot wasdom te komen): de groeikracht in dieren en planten.

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

groeikracht

('groei) v. 1. kracht, vermogen van een levend wezen om te groeien. 2. kracht, vermogen van de natuur om te doen groeien : onbedwingbare -.

2024-04-30
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

groeikracht

v./m., kracht van een levend organisme om te groeien; het vermogen van de natuur om te doen groeien.

2024-04-30
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-30
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten