Wat is de betekenis van Griotte?

2024-04-26
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

Griotte

Griotte: polijstbare kalksteen welke wordt gewonnen nabij Philipville in de Belgische Ardennen. griotte fleuri: variant van griotte met een bruinachtig rode (leverkleur) ondergrond met grote witgrijze aderen en vlekken. griotte imperial: variant van griotte die wat rustiger en uniformer van kleur en structuur is dan griotte fleuri. griotte rouge fo...

2024-04-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Griotte

[Fr.] morel (z.a.).

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Griotte

grote zure kers; marmersoort

2024-04-26
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

griotte

griotte - Te gebruiken voor vrouwen die verhalen vertellen of zingen, vooral genealogieën, over individuen, families en gemeenschappen, vaak begeleid door instrumentale muziek, toneelspel en mime. Oorspronkelijk gebruikt voor West-Afrikanen, nu ook voor mensen in andere culturen en regio’s.

2024-04-26
De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Griotte

(Fr. morel), rode of roodachtige marmers van velerlei herkomst, vnl. echter uit Frankrijk en België (Namen en Luxemburg), resp. griotte de Caunes, oeil de perdrix, fleuri, royal, en griotte impérial geheten. Enkele variëteiten lijken lichtelijk doorschijnend.

2024-04-26
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Griotte

morel; rood en bruin gevlekt marmer.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Griotte

(Fr.), 1. v. (-s), grote, rode, zure kers, morel; 2. o., een soort van roodachtig marmer.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

griotte

(ʞri'ot) (-n) [Fr. < Lat. acer, zuur] 1. v. Eig. grote, roodachtige, kortstelige, zure kers, morel. 2. o. Metf. griottekleurige marmersoort.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

griotte

[Fr.], I. v./m. (-s), grote, rode, zure kers, morel; snoeperij of hoestbonbon die enigszins op een kers lijkt; II. o., een soort van roodachtig marmer.