grijpstuiver
1) (1907) (Barg.) gering bedrag; bijverdienste. 'Het kost maar een grijpstuiver'. In Gent zegt men: 'voor een paar schijtkersen'. • Grijpstuiver. Oneerlijk gewonnen geld. — De grijpstuiver en baat niemand. „Waarmee leeft die vent? Hij en heeft niet en hij en werkt geen slag? Met grijpstuivers!' Geh. Oost-Roosebeke. (Guido Gezelle:...