Wat is de betekenis van grijpstuiver?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

grijpstuiver

1) (1907) (Barg.) gering bedrag; bijverdienste. 'Het kost maar een grijpstuiver'. In Gent zegt men: 'voor een paar schijtkersen'. • Grijpstuiver. Oneerlijk gewonnen geld. — De grijpstuiver en baat niemand. „Waarmee leeft die vent? Hij en heeft niet en hij en werkt geen slag? Met grijpstuivers!' Geh. Oost-Roosebeke. (Guido Gezelle:...

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

grijpstuiver

grijpstuiver - Zelfstandignaamwoord 1. een onbeduidend bedrag Hij verdiende er een grijpstuiver aan en had er veel kommer van. Woordherkomst samenstelling van grijp(werkwoord) en stuiver

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

grijpstuiver

grijpstuiver - zelfstandig naamwoord uitspraak: grijp-stui-ver 1. laag geldbedrag ♢ dat kost maar een grijpstuiver Zelfstandig naamwoord: grijp-stui-ver de grijpstuiver de grijpstuivers...

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Grijpstuiver

s.; voor een —, foar grypstehealstûr.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Grijpstuiver

m., klein bedrag dat men gaarne voor iets over heeft, of wel dat men als welkome verdienste beschouwt : er is wel een grijpstuivertje aan te verdienen.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

grijpstuiver

('grijp) m. 1. stuiver, kleine verdienste voor onregelmatige werkzaamheden. 2. stuiver, klein bedrag dat men voor iets over heeft.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

grijpstuiver

m., klein bedrag dat men wel voor iets over heeft, of dat men als welkome verdienste beschouwt: er is wel een aan te verdienen.

2024-04-25
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)