grijpend
grijpend - Bijvoeglijk naamwoord |grijpende||part=grijpends|nocomp=1}} grijpend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vangrijpen
Wiktionary (2019)
grijpend - Bijvoeglijk naamwoord |grijpende||part=grijpends|nocomp=1}} grijpend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vangrijpen
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., (bijb.) verscheurend, roofzuchtig: grijpende wolven (Matth. 7 : 15); — (herald.) (van roofvogels) voorgesteld met een prooi in de klauwen.
J.H. van Dale (1898)
GRIJPEND, bn. verscheurend, roofzuchtig: (bijb.) de valsche profeten, dewelke in schaapskleederen tot u komen, maar van binnen zijn ze grijpende wolven.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: