Wat is de betekenis van gravin?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gravin

gravin - Zelfstandignaamwoord 1. (adel) vrouwelijke graaf 2. (adel) vrouw van een graaf Woordherkomst Afgeleid van graaf met het achtervoegsel -in

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

gravin

gravin - zelfstandig naamwoord uitspraak: gra-vin 1. vrouwelijk persoon van adel ♢ de graaf is getrouwd met een gravin Zelfstandig naamwoord: gra-vin de gravin de gravinnen ...

2024-04-26
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

gravin

gravin - Op het vasteland van Europa te gebruiken voor edelvrouwen die een grafelijke titel dragen, voor Engelse edelvrouwen die in het bezit zijn van een grafelijke titel of vrouwen die zijn getrouwd met een graaf. In rang zijn zij lager dan hertoginnen en markiezinnen.

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

gravin

vr. van graaf.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gravin

s., grevinne.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gravin

v. (-nen), 1. grafelijke landsvrouw; Jacoba van Beieren was gravin van Holland en Zeeland ; — echtgenote of weduwe van een graaf; 2. (in de hedendaagse Ned. adel) titel der vrouwelijke nakomelingen van een graaf; (ook) de echtgenote van een graaf.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gravin

v. gravinnen, gravinnetje (1 regerende vorstin mei de rang v. graaf, thans titel; 2 echtgenote, weduwe v. e. graaf): 1. Jacoba van Beieren (± 1436); 2. door haar huwelijk met een graaf is zij gravin.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gravin

(gra'vin) v. (-nen; -netje) vrouwelijke vorm van graaf nl. 1. M. E. regerende vorstin met de rang van graaf: van Vlaanderen. 2. adellijke titel van de vrouwelijke nakomelingen van een graaf. 3. echtgenote of weduwe van een graaf.