Grasmaaier
m. (-s), \ 1. iem. die gras maait, inz. hannekemaaier; 2.maaimachine voor gras.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), \ 1. iem. die gras maait, inz. hannekemaaier; 2.maaimachine voor gras.
Marc De Coster (2020-2025)
1) (18e eeuw) (ook: grasmof) (scheldw.) buitenlander die bij de boeren tijdens de hooitijd het gras komt snijden; Duitser. Syn.: mof*; poep*. • Ik wierd van den insolenten Westphaling (t.w. een huisknecht) te rug gehouden, en my wierd toegegrauwt (enz.). … Ik voegde den onbeschoften grasmayer daar op toe.... (J. van Effen: De Hollandsch...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
grasmaaier - Zelfstandignaamwoord 1. (gereedschap) een machine om het gras te maaien ♢ De grasmaaier werd niet vaak gebruikt door dat gezin. Woordherkomst samenstelling van gras en maaier Naamwoord van handeling van grasmaaien met het achtervoegsel -er
Muiswerk Educatief (2017)
grasmaaier - zelfstandig naamwoord uitspraak: gras-maai-er 1. apparaat waarmee je het gras maait ♢ hij ging met de grasmaaier over het gazon Zelfstandig naamwoord: gras-maai-er de grasmaaier ...
Fink (1998)
De grasmaaier symboliseert, dat hoogmoed voor de val komt. Zijn we echter zelf met een grasmaaier bezig, dan zien we er in de waaktoestand op toe dat concurrenten ons niet voorbijstreven. Degene die de grasmaaier alleen maar hoort, heeft in de waaktoestand vermoede- lijk te kampen met zwakke zenuwen, of er flitsen gedachten door z’n hoofd, di...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m. (-s), 1. iemand die gras maait, zoals vroeger de hannekemaaier; 2. →maaimachine voor gras.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: