Wat is de betekenis van grasmaaier?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Grasmaaier

m. (-s), \ 1. iem. die gras maait, inz. hannekemaaier; 2.maaimachine voor gras.

2025-07-16
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

grasmaaier

1) (18e eeuw) (ook: grasmof) (scheldw.) buitenlander die bij de boeren tijdens de hooitijd het gras komt snijden; Duitser. Syn.: mof*; poep*. • Ik wierd van den insolenten Westphaling (t.w. een huisknecht) te rug gehouden, en my wierd toegegrauwt (enz.). … Ik voegde den onbeschoften grasmayer daar op toe.... (J. van Effen: De Hollandsch...

2025-07-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

grasmaaier

grasmaaier - Zelfstandignaamwoord 1. (gereedschap) een machine om het gras te maaien De grasmaaier werd niet vaak gebruikt door dat gezin. Woordherkomst samenstelling van gras en maaier Naamwoord van handeling van grasmaaien met het achtervoegsel -er

2025-07-16
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

grasmaaier

grasmaaier - zelfstandig naamwoord uitspraak: gras-maai-er 1. apparaat waarmee je het gras maait ♢ hij ging met de grasmaaier over het gazon Zelfstandig naamwoord: gras-maai-er de grasmaaier ...

2025-07-16
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Grasmaaier

De grasmaaier symboliseert, dat hoogmoed voor de val komt. Zijn we echter zelf met een grasmaaier bezig, dan zien we er in de waaktoestand op toe dat concurrenten ons niet voorbijstreven. Degene die de grasmaaier alleen maar hoort, heeft in de waaktoestand vermoede- lijk te kampen met zwakke zenuwen, of er flitsen gedachten door z’n hoofd, di...

2025-07-16
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

grasmaaier

grasmasjien, masjien wat gras van grasperke afsny.

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

grasmaaier

m. grasmaaiers; zie hannekemaaier.

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

grasmaaier

m. (-s). 1. Eig. hij die gras maait. 2. Metn. machine om gras te maaien.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

grasmaaier

m. (-s), 1. iemand die gras maait, zoals vroeger de hannekemaaier; 2. →maaimachine voor gras.