grandioos
grandioos - Bijvoeglijk naamwoord 1. groots, schitterend 2. zeer groot Verwante begrippen overweldigend
Word vandaag nog lid van Ensie
Wiktionary (2019)
grandioos - Bijvoeglijk naamwoord 1. groots, schitterend 2. zeer groot Verwante begrippen overweldigend
Muiswerk Educatief (2017)
grandioos - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: gran-di-oos 1. heel erg goed of leuk ♢ het was een grandioos feest 2. enorm, heel erg ♢ we hebben grandioos genoten Bijvoeglijk naamwoord...
drs. L.A. Beeloo (1981)
groots, geweldig, prachtig.
Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)
groots, verheven
Van Dale Uitgevers (1950)
(<Fr.), bn. bw., groots, prachtig, schitterend : een grandioze verlichting; zijn huis is grandioos ingericht.
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (Fr. grandiose: groots, heerlijk): het schouwspel was grandioos.
Jozef Verschueren (1930)
(grandi'o:s) bn. en bw. (...diozer, -t) [Fr.] groots : een grandioze vertoning.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
[→Fr.], bn. en bw. (grandiozer, -t of meest —), groots, indrukwekkend, schitterend: een grandioze verlichting; zijn huis is — ingericht; iron.: een grandioze flater; het is mislukt.
J.H. van Dale (1898)
GRANDIOOS, bn. bw. grootsch, prachtig, schitterend eene grandiooze verlichting; zijn huis is grandioos ingericht.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.