Wat is de betekenis van gracht?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gracht

gracht - Zelfstandignaamwoord 1. gegraven vaart (met name door een stad) De Amsterdamse grachten zijn wereldberoemd.

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

gracht

gracht - zelfstandig naamwoord 1. smal kanaal, in of om een stad ♢ hun huis staat aan een gracht in Amsterdam Zelfstandig naamwoord: gracht de gracht de grachten het grachtje...

2024-04-26
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

gracht

sloot De dame was de controle over het stuur verloren in een bocht en belandde zo tegen een boom in de gracht. Het slachtoffer kon zelf uit haar wrak kruipen en wandelde te voet naar huis. (Het Laatste Nieuws) In de Nederlandse betekenis, 'kanaal in een stad', komt 'gracht' in België niet voor. Daar spreekt...

2024-04-26
Kuifje in Vlaanderen

Michel Uyen

gracht

greppel. De auto is van de weg geraakt en in de gracht terechtgekomen. Er is een koe in de gracht gesukkeld.

2024-04-26
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

gracht

in België ook: sloot. - oude koeien uit de gracht halen, oude koeien uit de sloot halen.

2024-04-26
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

gracht

gracht - Wordt gebruikt voor diepe, brede verdedigingssloten rond kastelen of huizen die meestal zijn gevuld met water.

2024-04-26
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

gracht

Ter aand. van een brede greppel in een land, tot afscheiding of tot ontwatering; sloot; (zegsw.) oude koeien uit de gracht halen, uit de sloot. De wagen reed in de gracht, Keurig Ndl. 1973, 158.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gracht

s., grêft.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)