Wat is de betekenis van goochelaar?

2024-04-19
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

goochelaar

Het begrip goochelaar heeft 2 verschillende betekenissen: 1) iemand die goochelt. iemand die zich voor zijn beroep of uit liefhebberij bezighoudt met goochelen; iemand die de goochelkunst beoefent; iemand die goocheltrucs laat zien; iemand die goochelt. 2) havikachtige roofvogel. havikachtige roofvogel met een zwarte kop, een zwart m...

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

goochelaar

goochelaar - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) iemand die een publiek verbaast met schijnbaar onmogelijke handelingen We hebben gisteren een fantastische goochelaar gezien. Woordherkomst Van (S) gōkeleri «tovenaar». Naamwoord van handeling van goochelen met het achtervoegsel -aar

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

goochelaar

goochelaar - zelfstandig naamwoord uitspraak: goo-che-laar 1. iemand die kunstjes doet die eigenlijk niet kunnen ♢ de goochelaar toverde een munt uit zijn neus 2. iemand die op een handige en bedriegelijke manier ergens mee omga...

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Goochelaar

s., gûchelder, gûchelhans.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

goochelaar

m. goochelaars, goochelaren (iem., die kan goochelen, die er zijn bedrijf van maakt).

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

goochelaar

m. (-s) hij die goochelt.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

goochelaar

m. (-s), iemand die een publiek vermaakt door met handige toeren b.v. voorwerpen te voorschijn te brengen of te doen verdwijnen.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)