Wat is de betekenis van Goedmoedig?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

goedmoedig

goedmoedig - Bijvoeglijk naamwoord 1. vriendelijk, aardig, iemand met een goed gemoed De grote vriendelijke reus is misschien wel het archetype van een goedmoedig persoon. Meesterspion is een goedmoedige en een tikje oubollige film met een cartoonesk kart...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

goedmoedig

goedmoedig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: goed-moe-dig 1. met een goed karakter ♢ mijn grote, stoere opa is erg goedmoedig Bijvoeglijk naamwoord: goed-moe-dig ... is goedmoediger dan ... ...

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

goedmoedig

bn., bw. (goedhartig, onergdenkend): een goedmoedig man, goedmoedige scherts; hij lachte goedmoedig.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

goedmoedig

bn. en bw. (-er, -st) 1. trouwhartigheid, onschuldig, vriendelijk: -e lieden; -e scherts, spotternij; lachen. 2. uit onverschilligheid voortkomend: zijn -e luiheid.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

goedmoedig

bn. en bw. (-er, -st), 1. goed van gemoed, trouwhartig: goedmoedige mensen; goedaardig, onschuldig: goedmoedige scherts; 2. bw., zonder argwaan: hij liep in zijn verderf.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Goedmoedig

bn. bw. (-er, -st), trouwhartig, goedhartig, onergdenkend: goedmoedige lieden, die zich door fraaie woorden om den tuin laten leiden; — vriendelijk, trouw: hij zette een goedmoedig gezicht; — goedaardig, onschuldig: goedmoedige scherts; — bw. op onergdenkende wijze: hij liep goedmoedig in zijn verderf. GOEDMOEDIGHEID, v.

2024-04-26
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)