Wat is de betekenis van Godgevallig?

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

godgevallig

bn. (behaaglijk aan God): het feestlied.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

godgevallig

bn. welgevallig, behaaglijk aan God: een werk.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

godgevallig

bn., welgevallig aan God: een werk.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Godgevallig

GODGEVALLIG, bn. welgevallig aan God een godgevallig werk; ...GEVLOEKT, bn. door God gevloekt: godgevloekt gespuis; ...GEWIJD, bn. (dicht.) aan God geheiligd: een godegewijd leven; ...GEZIND, bn. (dicht.) vroom, godsdienstig: de kring der godgezinden.

Gerelateerde zoekopdrachten