Wat is de betekenis van Glippertje?

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

glippertje

1) (17e eeuw, vero.) slippertje; buitenechtelijke relatie. Syn.: escapade*. Eigenlijk: op een heimelijke manier een niet toegestaan uitstapje maken. • In het Théatre Français was men verontwaardigd over wat men Judith’s ‘glippertje’ noemde. (Siegfried E. van Praag: La Judith, 1930) • glippertie, glippertje...

2024-04-27
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Glippertje

Glippertje is alleen aangetroffen in Martijntje, een boek uit 1941 van A. Tael. Tael beschrijft hierin een kroegentocht van enkele vissers in Maassluis en IJmuiden. Hij somt daarbij een groot aantal borrel namen op: Als je [café] de 'Zon' aandeed, kon je het 'Jagertje' en de 'Zwaan' niet stil voorbijgaan. Als je ze nu eens allemaal een beurt gaf. E...

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

glippertje

o. glippertjes: een glippertje maken, heimelijk een (niet toegestaan) uitstapje doen.

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)