Wat is de betekenis van Gistboer?

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gistboer

m. (-en) kleinhandelaar in gist.

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gistboer

GISTBOER, m. (-en), kleinhandelaar in gist.

Gerelateerde zoekopdrachten