Wat is de betekenis van gipsplaat?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gipsplaat

gipsplaat - Zelfstandignaamwoord 1. (bouwkunde) plaat waarin gips is verwerkt en die wordt gebruikt als brandveilig bouwmateriaal, gipskartonplaat of gipsvezelplaat waarbij in de praktijk meestal eerstgenoemde wordt bedoeld Woordherkomst samenstelling van gips en plaat

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

gipsplaat

gipsplaat - zelfstandig naamwoord uitspraak: gips-plaat 1. dunne plaat van gips, bekleed met papier ♢ de wanden van onze kamer bestaan uit gestuukte gipsplaat Zelfstandig naamwoord: gips-plaat de gipsplaat ...

2024-04-28
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gipsplaat

Gipsplaat - Dunne plaat, geconstrueerd van een gipsmortel met riet, soms met holle openingen, soms massief en al of niet bewerkt met toepassing van bindende materialen. Zie BRUCKNERPLAAT, COCOLITHGIPSPLAAT en EXCELSIORPLATEN.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gipsplaat

v./m. (-platen), dunne plaat van riet met gipsmortel, als bouwmateriaal.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)