giechelen
giechelen - Werkwoord 1. (inerg) een snelle, wat ingehouden vorm van lachen ♢ Tot ergernis van hun leraar giechelden zij onophoudelijk.
Wiktionary (2019)
giechelen - Werkwoord 1. (inerg) een snelle, wat ingehouden vorm van lachen ♢ Tot ergernis van hun leraar giechelden zij onophoudelijk.
Muiswerk Educatief (2017)
giechelen - regelmatig werkwoord uitspraak: gie-che-len 1. zachtjes en onderdrukt lachen ♢ de meisjes zaten achterin de kerk te giechelen Regelmatig werkwoord: gie-che-len ik giechel jij...
Jozef Verschueren (1930)
('gichələn) (giechelde, heeft gegiecheld) [klnb.] 1. lachen op hoger toon, maar ingehouden en als onderdrukt : meisjes graag. 2. gaggelen, kakelen : de -de kippen.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(giechelde, heeft gegiecheld), (ook: giebelen), (onoverg.) halfgesmoord lachen (m.n. van meisjes gezegd).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: