Wat is de betekenis van Gewold?

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gewold

bn. (van dieren of hun vacht: woldragende, wollig): het gewolde vee, schapen; het wit gewolde lam; dik gewold, dun gewold.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gewold

('wolt) bn. 1. wol dragend: het -e vee; -e schapen. 2. Dicht, donzig: -e vruchten.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gewold

bn., wol hebbend, wollig (van dieren, vacht, kledingstukken); het gewolde vee, schapen.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gewold

GEWOLD, bn. wol hebbende, wollig (van dieren en hunne vacht, van kleedingstukken); — (dicht.) donzig (van vruchten).

Gerelateerde zoekopdrachten