gevest
gevest - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van vesten
Getty Research Institute (1990)
gevest - Handvaten van snijwapens, zoals bijvoorbeeld dolken, zwaarden en messen, met als typische componenten de greep en de beschermer(s), mits aanwezig.
Jozef Verschueren (1930)
(gәvest) o. (-en) [vast] handvat van een steekwapen: het van een →: degen, →: dolk, →: sabel, zwaard.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Gevest - Deel van een blank wapen, waarbij dit wordt aangevat. De onderdeelen kunnen zijn: de greep, de stootplaat of de kom en de handbedekking; deze laatste kan den vorm hebben van een eenvoudigen beugel of van een korf. (Zie BAJONET, DEGEN, DOLK, SABEL).
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o. (-en), handvat van een slag-, stootof steekwapen. (e) Een gevest is dikwijls zodanig van ribbels voorzien, dat de vingers het goed kunnen omsluiten. Het gevest van een ➝bajonet had aanvankelijk een zodanige vorm, dat de bajonet na het laatste schot van het geweer in de loop kon worden geplaatst zodat een stootwapen ontstond. Tegenwoordig bezit h...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: