Wat is de betekenis van gevaarvol?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gevaarvol

gevaarvol - Bijvoeglijk naamwoord 1. met veel gevaar De pubers moesten allerlei gevaarvol sporten beoefenen voor de kick. Woordherkomst samenstelling van gevaar en vol

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gevaarvol

bn. (vol gevaar).

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gevaarvol

(gə'va:r) bn. (-Ie) en bw. vol gevaar : een -le tocht.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gevaarvol

bn. en bw., vol gevaar, met veel gevaar verbonden: een gevaarvolle onderneming.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gevaarvol

GEVAARVOL, bn. bw. vol gevaar, met veel gevaar verbonden eene gevaarvolle onderneming.

2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)