Wat is de betekenis van Getob?

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Getob

GETOB, o. het voortdurend tobben, onrustig en bezorgd zijn, of sloven er komt geen einde aan haar getob; wij hebben heel wat getob gehad met de zieke; — dat getob met onze meiden, de voortdurende tobberij met de dienstboden, haar telkens veranderen van dienst, enz.