Wat is de betekenis van Gestook?

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gestook

s.n., stokelderij.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gestook

GESTOOK, o. het aanhoudend of telkens stoken (fig. en fig.).