gestemd
gestemd - Bijvoeglijk naamwoord 1. in een bepaalde gemoedstoestand ♢ Een optimistisch gestemde groep ging welgemoed aan het werk. gestemd - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van stemmen
Wiktionary (2019)
gestemd - Bijvoeglijk naamwoord 1. in een bepaalde gemoedstoestand ♢ Een optimistisch gestemde groep ging welgemoed aan het werk. gestemd - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van stemmen
Muiswerk Educatief (2017)
gestemd - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ge-stemd 1. in een vrolijke of sombere bui zijn ♢ hij was vrolijk gestemd vandaag Bijvoeglijk naamwoord: ge-stemd de/het gestemde ...
Getty Research Institute (1990)
gestemd - Muziekinstrumenten op de juiste of de gewenste toonhoogte brengen. Gebruik 'afstemmen' voor het op de gewenste frequentie afstellen van geluidsapparatuur.
M. J. Koenen's (1937)
bn. (in een stemming verkerende zoals door een bepaling wordt uitgedrukt: geluimd): goed gestemd zijn; gunstig jegens iem. gestemd zijn; niet gestemd zijn tot scherts, (om) te schertsen.
Jozef Verschueren (1930)
(gə'stemt) bn. in een bepaalde stemming verkerend : droef -; jegens iemand goed, gunstig zijn; weinig tot scherts, (om) te lachen.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn., in een zodanige stemming verkerend als een bep. noemt of uit het verband blijkt: hij is goed, gemelijk -; ik ben er nu niet toe -, mijn hoofd staat er nu niet naar.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: