Wat is de betekenis van gespleten?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gespleten

gespleten - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van splijten Woordherkomst voltooid deelwoord van splijten en een klinkerwisseling ij-ee (IPAː /ɛɪ/ - /e/)

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

gespleten

gespleten - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ge-sple-ten 1. wat een spleet heeft ♢ dit dier heeft gespleten hoeven 1. gespleten verhemelte [met een open verbinding tussen mond en neusholte]...

2024-04-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gespleten

bn. (een spleet hebbende): dieren met gespleten hoeven; zie herkauwer.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gespleten

(gə'sple:tən) bn. een spleet hebbend : dieren met hoeven.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gespleten

bn., 1. een spleet hebbend, met insnijdingen: dieren met hoeven; bladeren; 2. lijdend aan schizofrenie; 3. innerlijk verdeeld (van mens, groep of volk).

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gespleten

GESPLETEN, bn. eene spleet hebbende dieren met gespleten hoeven; — een paard met een gespleten rug. met een rug die in het midden eene diepe groeve heeft, loopende van de schoft tot aan den staartwortel; — door insnijdingen die omstreeks tot het midden gaan, in afdeelingen verdeeld.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)