geriefelijkheid
v., in bet. 2 geriefelijkheden (1 de hoedanigheid v. geriefelijk te zijn, gemak op te leveren; 2 hetgeen gemak oplevert; gerief): 1. de geriefelijkheid van een modern gebouw; 2. een huis, voorzien van alle geriefelijkheden.
M. J. Koenen's (1937)
v., in bet. 2 geriefelijkheden (1 de hoedanigheid v. geriefelijk te zijn, gemak op te leveren; 2 hetgeen gemak oplevert; gerief): 1. de geriefelijkheid van een modern gebouw; 2. een huis, voorzien van alle geriefelijkheden.
Jozef Verschueren (1930)
v. (...heden) 1. Eig. het geriefelijk zijn. 2. Metn. wat geriefelijk is : voorzien van alle ...heden; de ...heden van het leven.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J.H. van Dale (1898)
GERIEFELIJKHEID, (gew. ook GERIJFELIJKHEID), v. (...heden), het geriefelijk of gemakkelijk zijn de geriefelijkheid van dat huis laat wel wat te wenschen over; — een gerief, een gemak: de geriefelijkheden des levens.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: