Wat is de betekenis van gerechtig?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gerechtig

gerechtig - Bijvoeglijk naamwoord 1. rechtvaardig Woordherkomst afgeleid van gerecht met het achtervoegsel -ig Antoniemen ongerechtig

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gerechtig

bn., bw. (rechtvaardig, billijk): gerechtig God; vero.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gerechtig

(gə'rechtsch) bn. en bw.(-er.-st) Veroud. rechtvaardig: -e God !

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gerechtig

bn. en bw. (-er, -st), 1. rechtvaardig: een gerechtige zaak; 2. bijw., billijkerwijze.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gerechtig

GERECHTIG, bn. bw. (-r, -st), rechtvaardig den onschuldigen en gerechtigen zult gij niet dooden; (Exod. 23 7); eene gerechtige zaak; — bw. billijkerwijze.