Wat is de betekenis van Geploeter?

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

geploeter

o. (1 het telkens of aanhoudend ploeteren of plassen; 2 onhandig en stelselloos werken): 1. het geploeter in het water; 2. dat eeuwig geploeter voor de hoofdakte.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

geploeter

(gə'ploetər) o. 1. → geplas (1). 2. het aanhoudend ploeteren.

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Geploeter

GEPLOETER, o. het telkens of voortdurend ploeteren of verward en onhandig werken, (ook) geplas in water of slijk.