geoogd
geoogd - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van ogen
M. J. Koenen's (1937)
bn. (1 ogen hebbende, zoals in de bepaling is uitgedrukt; 2 wapenk. met ogen v. e. andere kleur dan het lichaam): 1. blauw geoogd, zwart geoogd zijn; fig. de fraai geoogde pauwstaart, met vlekken, die op ogen gelijken; 2. wapenk. vissen, geoogd van rood.
Jozef Verschueren (1930)
(gə’o:cht) bn. 1. met zodanige ogen : blauw -. 2. met oog vormige tekeningen : de fraai -e pauwestaart. 3. Wapenk. met ogen van een andere kleur als het lichaam : vissen van keel.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn., voorzien van ogen; (heraldiek) met ogen in de contrasterende kleur; (in samenst.) zulke ogen hebbend als door het eerste lid wordt uitgedrukt: zwartgeoogd.
J.H. van Dale (1898)
GEOOGD, bn. voorzien van oogen; — (in samenst.) zulke oogen hebbende als door de bepaling is uitgedrukt zwartgeoogd.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: