Wat is de betekenis van Gemuild?

2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gemuild

bn. (Z.-N. gebekt): wees gerust, die jongen is gemuild, kan van zich afbijten.

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gemuild

GEMUILD, bn. (Zuidn.) Jan is flink gemuild, gebekt, niet op zijn mondje gevallen, hij durft van zich af spreken.

Gerelateerde zoekopdrachten