Wat is de betekenis van Gemoeder?

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gemoeder

v. -s (doopmoeder, meter, peettante): de meter en de moeder van den of de dopeling zijn gemoeders.

2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gemoeder

(gə'moeder) v. (-s) I. doopmoeder, meter, in betrekking tot de doopvader of peter en tot de ouders van het kind. II. o. het voortdurend moederen.

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gemoeder

GEMOEDER, v. (-s), (Zuidn.) doopmoeder, doophefster.