geloop
(gə'lo:p) o. het aanhoudend lopen ; er is daar veel -.
J.H. van Dale (1898)
GELOOP, o. het telkens of aanhoudend loopen wat een geloop en gestommel is hier in huis; er is daar veel geloop, het is er druk, er komen veel menschen.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
I.M. Calisch (1864)
Geloop, o. gmv. het loopen; dat huis heeft veel -, het is daar zeer druk, er komen veel menschen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: