Wat is de betekenis van Gelid?

2025-07-15
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gelid

gelid - Zelfstandignaamwoord 1. een naast elkaar opgestelde rij Er was onrust in de gelederen.

2025-07-15
Jargon & Slang van Soldaten

Marc De Coster (2017)

Gelid

Gelid - rij soldaten.

2025-07-15
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

gelid

gelid - zelfstandig naamwoord uitspraak: ge-lid 1. opstelling van soldaten in een rij ♢ de soldaten stonden in het gelid Zelfstandig naamwoord: ge-lid het gelid de gelederen

2025-07-15
De Tale Kanaäns woordenboek

J. van Delden (1982)

gelid

mensengeslacht, elke opeenvolgende geboorte in een geslacht in de rechte lijn.

2025-07-15
Spreekwoorden en gezegden uit de bijbel

J. van Delden (1982)

gelid

Mensengeslacht, elke opeenvolgende geboorte in een geslacht in de rechte lijn. NV, CV en WV spreken van ‘geslacht’. SV: De HEERE dan zeide tot Jehu: Daarom dat gij wèl gedaan hebt, doende dat recht is in mijne oogen, en hebt het huis Achabs gedaan naar alles dat in mijn hart was, zullen uw zonen tot het vierde gelid op den troon Israëls zitten (2 K...

2025-07-15
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

gelid

geledere, ry soldate (langs mekaar); groep (mv).

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gelid

s.n., gelid (it).