Wat is de betekenis van gekeutel?

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

gekeutel

(1903) (ook: gekeutelkont) (inf.) gezeur. Syn.: geëmmer. • En zoo krijg-ie 'n heele bladzij vol ! 'k Bin bekocht voor me cente. Wie heit wat an dat gekeutel? (Herman Heijermans: Ora et labora: spel-van-het-land in 3 bedrijven. 1903) • 'k Lijk wel krezie om m'n dag te verpesten met dat gekeutel over ander...

Gerelateerde zoekopdrachten