geilpik
(1997) (inf.) idem als geilneef*. • Ze doet het leuk op de radio en ze kent daar slechts één handicap die helaas uit twee personen bestaat: de vaste boekenrecensent, gediplomeerd chaoot en verwarde geilpik Martin Ros en haar co-presentator Peter de Bie. (Nieuwe Revu, 26/11/1997)