Wat is de betekenis van geilpijp?

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

geilpijp

(2002) (inf.) idem als geilneef*. • Gijs en ik kregen opdracht om booby-traps in de meest uiteenlopende variaties te bedenken en in elkaar te meubelen. Zo werd er b.v. een video- cassette voorzien van een rooklading en voor oefening in een onderofficiersverblijf neergelegd met de titel: ‘Animal sex mit Knut und Helga.’ He...