Wat is de betekenis van gehoorgang?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gehoorgang

gehoorgang - Zelfstandignaamwoord 1. (anatomie) een holle buis die de oorschelp met het middenoor verbindt Woordherkomst samenstelling van gehoor en gang Verwante begrippen gehoor, gehoorafstand, gehoorsafstand, gehoorapparaat, gehoorbeschadiging, gehoorbuis, gehoordrempel, gehoorgestoord, gehoorgrens, gehoormeting, g...

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

gehoorgang

gehoorgang - zelfstandig naamwoord uitspraak: ge-hoor-gang 1. buis in het oor van mens en dier ♢ als je gehoorgang verstopt is, hoor je weinig Zelfstandig naamwoord: ge-hoor-gang de gehoorgang ...

2024-04-27
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

gehoorgang

Deel van het uitwendige oor. Hier gaan de geluidsgolven doorheen die de oorschelp opvangt naar het trommelvlies. De gang is een uitsparing in het rotsbeen. Er zit oorsmeer in. Dat kan ophopen en een prop vormen, waardoor je minder goed hoort. Kijk ook bij oorsmeer.

2024-04-27
Nederlands Logopedisch Lexicon

L.J.M. Bogaert (2007)

Gehoorgang

(m.), deel van het gehoororgaan; inwendige ~, benig kanaal waarin de nenms acusticus en faciaüs zich bevinden; uitwendige ~, de gang die loopt van de oorschelp tot aan het trommelvlies,

2024-04-27
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Gehoorgang

canalis auricularis, de ongeveer 3 cm diepe toegang naar het trommelvlies, bekleed met huid, glad gehouden door oorwas (cerumen, zie aldaar).

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gehoorgang

v. -en (buis in het oor van mens en dier; ook buis van Eustachius, kanaal tussen oor en keel).

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gehoorgang

m. (-en) oorgang.

2024-04-27
Polulaire Geneeskundige Encyclopaedie

Dr. Ch. Bles (1929)

Gehoorgang

zie Oor.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gehoorgang

m. (-en), gehoorbuis: de uitwendige en de inwendige zijn door het trommelvlies gescheiden.