Wat is de betekenis van Gegeven?

2025-06-21
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-06-21
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-06-21
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gegeven

gegeven - Zelfstandignaamwoord 1. een bekend geval of feit Om een goed opstel te schrijven heeft men veel gegevens nodig. * wordt meestal in het meervoud gebruikt: gegevens gegeven - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van geven gegeven - Bijvoeglijk naamwoord 1....

2025-06-21
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

gegeven

gegeven - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ge-ge-ven 1. het is duidelijk om wie of wat het gaat ♢ op een gegeven ogenblik had ik er genoeg van Bijvoeglijk naamwoord: ge-ge-ven Synoniemen bepaald Tegenstellingen onbepaald

2025-06-21
Woordenboek van het Kadaster

Kadaster (2017)

Gegeven

Een gegeven is een registratie van een feit

2025-06-21
Management begrippenlijst

Drs. J. Heemstra & Drs. H.E. Wijnberg (1991)

Gegeven

Een groep achtereenvolgende karakters (= item). Een karakter is een letter, cijfer of speciaal teken. Een gegeven kan bijvoorbeeld zijn een naam, een bedrag, een hoeveelheid, een artikelnummer en dergelijke. Het is een weergave van de werkelijkheid (feit, getal, mededeling) die als zodanig geen betekenis heeft, maar pas door bewerking en interpreta...

2025-06-21
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2025-06-21
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gegeven

I. o. -s (1 wisk. bekende grootheid of hoeveelheid, beschouwd als middel tot oplossing v. e. vraagstuk; 2 bekend feit, geval, waaruit men gevolgtrekkingen kan maken; in het mv. materiaal): 1. een vraagstuk met drie gegevens en één onbekende; 2. de nodige gegevens ontbreken nog om te beslissen; II. bn. (1 v. getallen: bekend ten op...

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-06-21
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gegeven

I. bn. 1. verl. deelw. van geven. 2. Wisk. bekend ten opzichte van de grootte: een getal. 3. a. Algm. bepaald: op een ogenblik; in het geval. b. Inz. door de loop der dingen bepaald: in de omstandigheden. II. o.(-s) 1. Wisk. bekende grootheid, dienende ter oplossing van een vraagstuk: een vraagstuk met drie -s en één onbekende. 2....