Wat is de betekenis van Geestvermogen?

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Geestvermogen

s.n., formogens, pl., forstân (it); goede -s hebben, in goed holwurk hawwe.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

geestvermogen

o. (-s) meestal mv. vermogen van de geestverschijning van een geest.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

geestvermogen

o. (-s), (bijna alleen in het mv.) aangeboren krachten van de geest, m.n. verstandelijk vermogen, verstand: iemand van beperkte geestvermogens; de geestvermogens ontwikkelen.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Geestvermogen

GEESTVERMOGEN, o. (-s), (bijna alleen in het meerv.) verstandelijk vermogen, het verstand: iem. van beperkte, zwakke geestvermogens; de geestvermogens ontwikkelen; iem. met goede geestvermogens begaafd; (in het enk.) talent, genie: benij hem niet, wiens zeldzaam geestvermogen verwondering en verbazing wekt.

2024-04-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)