Wat is de betekenis van Geelhart?

2024-04-27
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

geelhart

1. (zn.; de), boom met grote, rozewitte bloemen en geel melksap, meer bekend als pakoeli (Platonia insignis, Savannemangrofamilie). Geel hart groeit op hooge landen, dragende eene geelachtige, groene vrucht, zoo groot als een kleine advocaat-appel, bij de Negers bekend onder den naam Paijkoeri, maakt zware stammen met eene donkerbruine, gestreepte...

2024-04-27
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

GEELHART

of Pakoelie is een houtsoort afkomstig van Platonia insignis Mart. (Fam. Guttiferen), een grote, 30-40 m hoge boom, die thuishoort in Suriname, de beide Guyana’s en Noord-Brazilië. Het kernhout is vrij zwaar tot zwaar, s.g. vers 1,05, droog 0,65-0,77; het is fijn van nerf en bevat rijkelijk een geel hars; het is bruingeel van kleu...

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

geelhart

o. (Brits Guyana: houtsoort naar de kleur van het hart of het binnenste gedeelte; meubelhout; Lat. nectandra rodioei).

2024-04-27
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Geelhart

Houtsoort uit Suriname met eigenaardigen reuk, dat gebruikt wordt voor timmerhout en meubelen.

2024-04-27
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Geelhart

Geelhart - tropische houtsoort uit West-Indië; wordt vaak verward met ➝ groenhart. Het is echter minder zwaar (s.g. 0,8-1,02) en laat zich iets beter bewerken. De kleur is bruingeel tot geel. In twijfelachtige gevallen kan men het zaagsel van beide houtsoorten met ijzerchloride besprenkelen; het zaagsel van geelhart verkrijgt hierdoor een zwar...

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

geelhart

o. meubelhout van een Westindische en Braziliaanse boom waarvan het hart of binnenste gedeelte geel ziet.

2024-04-27
Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië

Herman Daniël Benjamins, Joh. F. Snelleman, Martinus Nijhoff, E.J. Brill (1914-1917)

Geelhart

SUR. Zie PLATONIA.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Geelhart

GEELHART, o. (ook) GEELHARTHOUT, o. het hout van een in West-Indië groeienden boom (nectandra rodiaei), naar de kleur van het hart of het binnenste van den boom aldus geheeten; een fraai meubelhout, inz. door draaiers gebruikt.