Wat is de betekenis van gebroeders?

2024-04-30
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gebroeders

gebroeders - Zelfstandignaamwoord 1. broers

2024-04-30
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

gebroeders

gebroeders - zelfstandig naamwoord uitspraak: ge-broe-ders 1. de broers samen ♢ de gebroeders Schijf gaan samen op reis Zelfstandig naamwoord: ge-broe-ders de gebroeders

2024-04-30
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

gebroeders

broers wat vennote is.

2024-04-30
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gebroeders

s.pl., bruorren.

2024-04-30
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gebroeders

mv. 1. Algm. broeders onderling: de De Witt. 2. Inz. als benaming van een handelsfirma: de NN., in tabak en sigaren.

2024-04-30
Het juiste woord

Dr. L. Brouwers (1928)

Gebroeders

Naamwoord: gebroeders, broeder, broer, heerbroer, zoogbroer, volle broeder, tweelingbroeder, stiefbroeder, halfbroeder, schoonbroeder, behuwdbroeder, pleegbroeder, bastaardbroeder, gezwagers, zwager, mansbroeder, stiefzwager. broederschap. Adjectief: broederlijk, broederloos.

2024-04-30
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gebroeders

m. (mv.), broeders, in betrekking tot elkaar gedacht: de — De Witt; m.n. als firma: de Gebrs. N.N. in tabak en sigaren.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-30
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)