gebreken
gebreken - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord gebrek
Wiktionary (2019)
gebreken - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord gebrek
Jozef Verschueren (1930)
(gebrak, heeft gebroken) [breken in fig. betekenis] Veroud. 1. ontbreken. 2. in gebreke blijven, nalaten.
F.W. Grosheide (1926)
zijn gevolgen van storingen in het organisme van den mensch. Er zijn storingen in het menschelijk lichaam (lichaamsgebreken) bijv. blindheid, lamheid, te korte of bovenmate lange ledematen, gemis van neus of oor, een gebrek aan hand of voet, een bult, huiduitslag enz. Deze sloten, evenals bij andere volkeren in den ouden tijd, van den priesterdiens...
J. Kramer (1908)
organische onvolkomenheden, welke de geestelijke of lichamelijke verrichtingen blijvend beperken (blindheid, doofheid, krankzinnigheid enz., zie deze onderwerpen).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: