Wat is de betekenis van gebit?

gebit - Zelfstandignaamwoord 1. (anatomie) alle tanden en kiezen van een dier of mens Synoniemen dentuur Verwante begrippen tand, kies, melkgebit, mondstuk

gebit - zelfstandig naamwoord uitspraak: ge-bit 1. je tanden en kiezen ♢ voor controle van je gebit ga je naar de tandarts Zelfstandig naamwoord: ge-bit het gebit de gebitten ...

Alle tanden en kiezen bij elkaar, die helpen bij het kauwen van het voedsel en ook bij praten. Tanden en kiezen bestaan uit een wortel, een mergholte (pulpa), die zenuwen en vaten bevat, tandbeen (dentine), dat de mergholte omgeeft, en een kroon met tandglazuur (tandemail). De tanden en kiezen die in de eerste levensjaren doorbreken (melkgebit), wo...

Zie ‘Tanden’.

1. de tanden der gewervelde dieren; het gebit der roofdieren onderscheidt zich door het bezit van scheurkiezen; 2. het gebit van de mens: zie tandformule.

geheel van gebitselementen bij mens en gewervelde dieren in onder- en bovenkaak. Naar de aard van het voedsel te onderscheiden in: 1. insektenetersgebit: puntig (bv. egel, spitsmuis); 2. knaagdiergebit: in onder- en bovenkaak 2 gebogen snijtanden, die steeds doorgroeien waardoor de slijtage gecompenseerd wordt, geen hoektanden, kiezen met knobbel...

stel tande; stang.

tandstelsel, het gezamenlijke aantal tanden welke een kind eerst krijgt (melkgebit) en welke later vervangen en uitgebreid worden (blijvend gebit). Zo onderscheidt men melktanden, melk- of valse kiezen (praemolares, hoek- en snijtanden en ware kiezen. Een opgave van de juiste samenstelling van het gebit heet tandformule. Een kunstgebit noemt men pr...

(1) Hieronder worden alle tanden en kiezen van de dieren tezamen gevat. Het volledige zoogdierengebit bestaat uit 44 tanden en kiezen, nl. uit 6 snijtanden in boven- en onderkaak, 2 haaktanden en 14 kiezen eveneens in de beide kaken. Hierop komen tal van variaties, vooral wat het aantal betreft, voor (z. Tandformule).(2) G. of bit is een stang of t...