Wat is de betekenis van gaskacheltje?

2024-04-30
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

gaskacheltje

(1980) (homotaal) anus. • (Arendo Joustra: Homo-erotisch woordenboek. 1988)

2024-04-30
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gaskacheltje

gaskacheltje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord gaskachel