Wat is de betekenis van Garnizoen?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

garnizoen

garnizoen - Zelfstandignaamwoord 1. de bezettende macht van stad of vesting en alle personen die daarbij horen Het verdwijnen van het garnizoen was een teken dat de bezetting was opgeheven. 2. een legermacht met een stad of vesting als thuisbasis Amersfoort, Bre...

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

garnizoen

garnizoen - zelfstandig naamwoord uitspraak: gar-ni-zoen 1. vaste standplaats van een legerafdeling ♢ het garnizoen van mijn broer is in Amersfoort Zelfstandig naamwoord: gar-ni-zoen het garnizoen ...

2024-04-27
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Garnizoen

[Fr. garnison, van OFr. garison (garir = verdedigen), van Germ. vgl. Ned. weren; zie verder gameren] (mil.) vaste standplaats van legerafdeling, de vaste mil. legering in een stad.

2024-04-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Garnizoen

legerafdeling met vaste standplaats

2024-04-27
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Garnizoen

vaste verblijfplaats voor legeronderdelen in vredestijd. In garnizoensplaatsen bevinden zich kazernes, wapendepots en bevoorradingsmagazijnen, exercitieterreinen en vaak een hospitaal. Onder het garnizoen verstaat men ook de legeronderdelen zelf.

2024-04-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Garnizoen

o., militaire bezetting ; standplaats van militairen

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Garnizoen

s.n., garnizoen (it).

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Garnizoen

vaste verblijfplaats van legerdelen in vredestijd; ook aanduiding voor die legerdelen zelf.