Wat is de betekenis van Gangwiel?

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gangwiel

o. -en (vliegwiel).

2024-04-28
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Gangwiel

Vliegwiel. Een zwaar wiel, dat door zijn gewicht een regelmatigen gang aan een machine verleent.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gangwiel

o. (-en) → vliegwiel.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gangwiel

GANGWIEL, o. (-en), groot, zwaar wiel aan een stoomwerktuig bevestigd, ten einde den regelmatigen gang der machine te bevorderen, ook voer- of vliegwiel geheeten.

Gerelateerde zoekopdrachten