Wat is de betekenis van Gangklok?

2024-04-29
De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Gangklok

zie Staande klokken.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gangklok

v. -klokken ([staande Friese) klok in de gang van een huis).

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gangklok

('gang) v. (-ken) klok die in de gang van een huis staat.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gangklok

GANGKLOK, v. (-ken), groote Friesche klok die in de voorgang staat; klok in eene gang opgehangen.

Gerelateerde zoekopdrachten