Wat is de betekenis van Gangboord?

2024-04-27
Watersport A-Z

Kramer en de Bruin (1971)

Gangboord

Gangboord - deel van het dek tussen opbouw of kuip en railing, waarover men van het ene uiteinde van het vaartuig naar het andere kan gaan.

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gangboord

s.n., (riis)war(r)ing.

2024-04-27
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

GANGBOORD

smalle reep dek tussen huid en laadhoofd of tussen huid en kajuit bij sleepschepen, lichters, jachten enz.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gangboord

o. -en (waring, smal pad in de volle lengte langs het boord).

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gangboord

(’gang) m. en o. (-en) smal pad in de volle lengte langs het boord van een vaartuig.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gangboord

o. (-en), 1. (ook: gang, gangwaring, waring), smalle loopplaats binnen langs het scheepsboord, naast de opening of het dek van de laadruimte en de roef, m.n. op kleine vaartuigen; (zegsw.) wat doe je in het gang? (verkorting van -), wat sta je (lig je) in de weg?; 2. (waterbouwkunde) de ruimte tussen de beide uiterste wiepen van een zinkstuk, lang...

2024-04-27
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gangboord

Gangboord - de ruimten op dek bij binnenschepen tusschen de laadluiken en de huid, voor passage over dek van vóórnaar achterschip.

2024-04-27
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

gangboord

gangboord, - o., of gangwarlng, v., loopplaats langs ’t scheepsboord.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)