Wat is de betekenis van Galmen?

galmen - Werkwoord 1. (inerg) langdurig naklinken ♢ Het geluid van een alpenhoorn galmde door het dal. 2. (ov) op overdreven trage wijze iets zingen ♢ De behoudende gemeente galmde luidkeels een psalm in de oude berijming. galmen - Zelfs...

galmen - regelmatig werkwoord uitspraak: gal-men 1. hard en ver klinken ♢ het schot galmde in de verlaten fabriekshal 2. met volle, krachtige stem zingen ♢ zijn stem galmde door de kerk...

v., galmje, gjalp(j)e.

...

galmde, h. gegalmd (1 een galm voortbrengen; weergalmen; 2 met een galm doen horen; uitgalmen): 1. de 12 slagen galmden door de lucht; de snaren doen galmen, weerklinken; fig. Napoleons naam galmde door Europa; 2. Amen, Amen, galmde de gemeente.

('galmən) (galmde, heeft gegalmd) 1. een galm uitbrengen : -de stemmen, klokken. 2. met een galm uitbrengen : de gemeente galmde het plechtige amen. 3. luid weerklinken : een kreet galmt over de vlakte; de snaren doen -; zijn naam galmde door een werelddeel.

(galmde, heeft gegalmd), I. onoverg., 1. luid schreeuwen: langs de weg —; met een bijzondere verheffing van stem en met volle toon en dus op plechtige, hoogdravende wijze spreken; (niet-ongunstig) met een volle, krachtige stem zingen; 2. (van de echo) weerklinken; (van een schot, knal, slag, voetstappen enz. gezegd, die luid hoorbaar zijn)...

...

...