galgen
galgen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord galg
Anton van Oirschot (1985-1986)
Brabantse benaming voor bretels, rekbare band van elastiek of spiraalvormig metaaldraad, die de galg of de broekdraagband optrekt; eigenlijk het ondereinde van de bretel; algemeen ook wel bekend als galgetrekker.
M. J. Koenen's (1937)
(aan de galg brengen), alleen in de uitdrukking: het galgt beter dan het burgemeestert, er is meer gevaar dan voordeel in.
Jozef Verschueren (1930)
('galgən) (galgde, heeft gegalgd) aan de galg brengen, alleen in de uitdrukking ; het galgt beter dan het burgemeestert, dat leidt eerder tot de galg dan tot hoogheid of dat is eerder gevaarlijk dan voordelig.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Galgen - (scheepsb.), 1) g. voor het beleggen der halende parten van loopend touwwerk, bestaan uit twee vertikale stijlen met een dwarsbalk er over. Zij komen alleen op zeilschepen voor en staan onmiddellijk vóór of achter de masten. 2) g. dienen aan boord van schepen om waarlooze rondhouten op te leggen; worden ook wel koebrug genoemd. Zij staan m...
J.H. van Dale (1898)
GALGEN, (galgde), (de samengestelde tijden niet in gebruik), aan de galg brengen; — het galgt beter, dan het burgemeestert, het brengt eerder aan de galg dan op het kussen (van handelingen gezegd, waarin men meer gevaar dan voordeel ziet); — het moet galgen of burgemeesteren, erop of eronder
I.M. Calisch (1864)
Galgen, ow. gel. alleen gebr. in het spreekwoord: het galgt beter dan het burgemeestert, daar ligt meer gevaar dan voordeel in. *-AAS, o. (...azen). *-BROK, m. (-ken). *-LAPPER, m. (-s). *-SCHELM, m. (-en), iem. die de galg (of den dood) verdiend heeft, maar haar (hem) ontloopen is; (fig.) grappenmaker. *-STUK, o. (-ken), snood bedrijf. *-VELD...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: