Wat is de betekenis van galerij?

(1991) (mar.) toilet van de officieren. • (Fré Harmsen: Van baroe tot branie. Termen en zegswijzen bij de Koninklijke marine. 1991)

galerij - Zelfstandignaamwoord 1. een overdekte gang, gaanderij ♢ De galerij maakt het mogelijk beschut naar de voordeur te lopen. 2. museum- of tentoonstellingszaal, vooral voor schilderijen (schilderijengalerij) of beeldhouwwerken (beeldengalerij) 3. een zaak waar kunstwerken verkocht word...

galerij - zelfstandig naamwoord uitspraak: ga-le-rij 1. gang langs de buitenkant van een gebouw ♢ al onze voordeuren komen uit op de galerij Zelfstandig naamwoord: ga-le-rij de galerij d...

Een galerij is een loopgang aan de buitenkant van een flatgebouw die toegang geeft tot de woningen.

Een galerij is een overdekte, door zuilen ondersteunde gang in, naast of rondom een gebouw.

galerie Roos werkte als au pair in een kunstgalerij achter het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten. Naast de kunstgalerij was een deftig boudoir waar kamers per uur werden verhuurd. Enkele jaren geleden lag er een lijk in een van de kamers. (Stan Lauryssens , Zwarte sneeuw) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 7 Vlaams...

Galerij - iets doen voor de galerij: effect najagen. Toneelkringen. Ontleend aan het Eng. to play to the gallery.

In kerkelijke architectuur een verdieping boven een zijbeuk, die naar het schip toe geopend is, maar gesloten naar buiten toe. De term wordt ook gebruikt voor een overdekte gang langs de gevel van een gebouw, die aan een zijde een arcade of colonnade heeft. Ook een langgerekte zaal waarin kunstvoorwerpen zijn ondergebracht heet een galerij.

(de) in België ook: galerie.