Wat is de betekenis van galerie?

galerie - Zelfstandignaamwoord 1. een ruimte waar kunstwerken, veelal schilderijen, uitgestald worden en te koop worden aangeboden ♢ Ze heeft daar een prachtige galerie die druk bezocht wordt. Woordherkomst afgeleid van het Franse 'galerie'

In de galerie zal de dromer zich een beeld vormen over z’n verdere levensweg. Wanneer men zich kan herinneren wat voor soort schilderijen men heeft gezien, dan vergemakkelijkt dit de uitleg. Vaak geeft de galerie ook een aanwijzing over de eigen opvoeding, of over de wensen met betrekking tot de eigen ontwikkeling. Soms wijst het lopen van sc...

verkoop- en tentoonstellingsruimte van kunst

Er zijn in Noord-Brabant in verschillende plaatsen galeries, tentoonstellings- en verkoopplaatsen voor (moderne) kunst, gevestigd; hiermee werd omstreeks 1965 een bescheiden begin gemaakt. Hierbij zijn er enkele met een landelijke bekendheid. Tot de oudste nog bestaande galeries van Noord-Brabant behoren Galerie Willy Schoots, Eindhoven en Galerie...

tentoonstellings- en verkoopruimte voor hedendaagse kunst.

Van de galeries die in Friesland waren/zijn, worden de meest karakteristieke genoemd. Franeker, Modula 1972, Douwe van der Zee. Harlingen, Blauwe Hand plm. 1962-plm. 1970, Josum Walstra. Harlingen, De Bazuin begint 1968, tot ’70; Jan Murk de Vries (atelier al open 1966). Harlingen, ’t Stoepke 1973. Heerenveen, Mercuur 1968-1971, Thom...

(Fr.), galerijtje, sierhekje of rand rondom een tafelblad, plank, dienblad e.d.. ontleend aan de architectuur. Komt veel voor tijdens het classicisme, eind 18de eeuw.

tentoonstellings- en verkoopruimte voor kunst.

galerij, gaanderij, (zuilen)gang, passage, bovenste tribune, (ruimte voor) ’t publiek, torentrans; kunstgalerij; uitstek aan ’t achterschip, mijngang, randversiering [v. meubel], imperiaal [op rijtuig]; faire galerie, toekijken.